“Het laten vervallen van de uitzondering van transferpassagiers is niet mogelijk per 1 januari 2024. De belastingplichtigen, zijnde de luchthavens, moeten de tijd krijgen om deze aanpassing in de systemen te kunnen verwerken. Een gebruikelijk volgend moment vanuit een fiscaal oogpunt gezien is per 1 januari 2025”, schrijven minister Kaag en staatssecretaris Van Rij van Financiën.

Daarbij gaat het kabinet ervanuit dat de ondersteuners van de aangenomen motie (CDA, Omtzigt en bijna alle linkse partijen) transferpassagiers hetzelfde tarief willen laten betalen als reizigers die in Nederland hun reis beginnen, namelijk 26 euro. Als er voor overstappers een apart tarief moet komen, dan is invoering van de transfertaks pas in 2026 mogelijk.

Het demissionaire kabinet vindt de taks overigens zeer onverstandig en ontraadt daarom de motie, maar in dit geval is het parlement bepalend.

“Naar verwachting leidt [de transfertaks] tot een daling van het aantal transferpassagiers in Nederland van 28 tot 34 procent en een daling van het totaal aantal passagiers in Nederland van 9 procent tot 13 procent. Dit gaat ten koste van de hubfunctie en de netwerkkwaliteit van Schiphol”, schrijven de bewindslieden, die zich baseren op onderzoek van CE Delft.

“Dit komt grotendeels door een verplaatsing naar andere Europese landen, omdat Nederland dan als enige land transferpassagiers zou belasten. Een dergelijke belasting zou daarom beter in EU-verband ingevoerd kunnen worden”, aldus Kaag en Van Rij.

De financieel specialisten van de Kamerfracties gaan binnenkort verder in gesprek over de begroting van volgend jaar, en dus ook over de transfertaks. Dan moet duidelijk worden of de Tweede Kamer de invoering ervan wil doorzetten. Nu duidelijk is dat invoering per volgend jaar niet mogelijk is, althans volgens het kabinet, staat het plan op losse schroeven.

De PVV heeft van de week al haar steun voor de transfertaks ingetrokken, maar diens stemmen waren niet nodig voor een meerderheid.