Naar eigen zeggen is de luchtvaartsector een banenmotor, een krachtige peiler onder de economie – maar bij ieder zuchtje tegenwind staat de sector alweer met het handje op bij de overheid. Het wachten is nu op het huilen over de kwesties Irak en Sars, terwijl de miljoenen van de vorige tegenwind (de aanslag in New York) nog maar net in rook zijn opgegaan. En omdat de luchtvaartsector economisch zo krachtig is, moet er veel overheidsgeld in om hem overeind te houden.
Waardeer de tegenstelling. Geen grotere bedelsector dan de luchtvaartsector. Als het goed gaat, verdwijnen de winsten in de zakken van de sector, als het slecht gaat, mag de samenleving ervoor opdraaien. En de sector weet telkens weer aan te tonen, zoals altijd geholpen door de directie Luchtvaart (voorheen RLD) van het ministerie van V&W, dat de luchtvaart financiële overheidssteun verdient, en alle andere sectoren van de economie niet – daar heet het gewoon bedrijfsrisico.
Naast alle kosten die de samenleving maakt om in de vorm van de overheidssteun de riante salarissen van de veredelde buschauffeurs (‘piloten’), serveersters (‘stewardessen’), baliemeisjes (incheckbaliepersoneel, maar daar is vast een prachtig Engels eufemisme voor) en hun palet aan bazen te betalen, veroorzaakt de luchtvaartsector een ook al door de samenleving op te brengen miljardenschade op het gebied van leefomgeving en het milieu.
Het is de luchtvaartsector gelukt om onafhankelijke onderzoekers die de schade veroorzaakt door de luchtvaartsector onderzoeken als ‘milieuterroristen’ te brandmerken en hun eigen onderzoeken als onafhankelijk. Die inspanning is natuurlijk ook op kosten van de samenleving geleverd: de sector en de overheid steken miljoenen in het tegenwerken van onafhankelijk onderzoek, eerlijke (lees gelijkwaardige) wetgeving en het overtuigen van politici en burgers van de gedecreteerde zegeningen van de luchtvaart.
Al het bazuinen over economische peiler en banenmotor moet waarschijnlijk verhullen dat de luchtvaartsector even afhankelijk is van overheidssteun als de boeren van de Europese Unie. Als het economisch tegenzit: overheidssteun. Geen btw op tickets: overheidssteun. Geen accijnzen op brandstof: overheidssteun. Niet opdraaien voor de eigen vervuiling (CO2-uitstoot boven 300m wordt niet toegerekend aan het land eronder, meestal de nationale luchtvaartmaatschappij/ de luchthaven): overheidssteun. Het automatisch herinvesteren van de volledige opbrengst van de niet-particuliere luchthaven in de luchtvaartsector: overheidssteun. Het aanleggen op kosten van de samenleving van infrastructuur waarvan alleen maar de luchtvaartsector profiteert en niemand anders: overheidssteun.
Nee, geen fijnere sector dan de luchtvaartsector. Je hoeft niet te presteren, je rotzooi niet op te ruimen en je verdient steeds meer. Dat willen we allemaal wel.
Arnan Oberski