We zitten aan een bartafel in de koffiecorner van het bemanningscentrum op het vliegveld van Istanbul. Het is middernacht, de ene collega drinkt een dubbele espresso, de andere, naar Turkse traditie, lurkt aan een kopje sterke zwarte thee. Zoals altijd peilen we de fysieke toestand van elkaar door te vragen hoe goed en of men wel heeft geslapen voor de nachtvlucht. Het is de graadmeter van ieders fitheid. Het is een trigger voor extra waakzaamheid als een lid van de bemanning erkent dat hij of zij helemaal niet heeft kunnen slapen, om wat voor reden dan ook.