
De Zweedse regering heeft definitief een streep gezet door een belasting op vliegen. Ze wil daarmee de verzwakte luchtvaartsector ondersteunen. De vliegtaks werd in 2018 ingevoerd, hetzelfde jaar waarin de Zweedse activist Greta Thunberg haar eerste klimaatprotest hield.
De belasting, die omgerekend 49 euro per vlucht bedroeg, werd per 1 juli afgeschaft. In de afgelopen jaren kreeg de Zweedse luchtvaartsector het steeds zwaarder te verduren, met name op kleinere regionale luchthavens in dunbevolkte gebieden. Hierdoor moesten luchtvaartmaatschappijen hun diensten terugschroeven en bezuinigingsmaatregelen doorvoeren.
Met de stap kiest Zweden een andere koers dan buurland Denemarken, dat juist van plan is om tegen het einde van het jaar een vliegtaks in te voeren. Ook Nederlandse reizigers betalen inmiddels flink meer voor hun vliegtickets door belastingverhogingen.
Op de hoge Europese vliegbelastingen is veel kritiek. De maatregel zorgt niet voor minder vluchten, maar is vooral interessant om de schatkist te spekken. Het geld wordt bovendien niet besteed om de luchtvaart te verduurzamen. In Nederland gaat de vliegbelasting geleidelijk verder omhoog.