
De Europese Commissie stapt naar het Europese Hof van Justitie, omdat Nederland het binnenlandse treinverkeer heeft gegund aan de NS. De Europese Commissie heeft Nederland al eerder gewaarschuwd, omdat de directe toewijzing in strijd is met de Europese regels. Nu stapt de commissie dus naar de rechter, die kan besluiten om Nederland een boete te geven.
De Europese regels schrijven voor dat meerdere vervoersbedrijven zich moeten kunnen melden om het belangrijkste binnenlandse treinverkeer op zich te nemen. Nederland heeft voor de periode 2025 tot 2033 het personenvervoer echter direct gegund aan de NS, in plaats van deze verplichte openbare aanbesteding. Regionale vervoerders als Arriva, Keolis en Qbuzz hadden daarover hun beklag gedaan in Brussel.
Nederland gunde het spoor in december 2023 aan NS. In diezelfde maand ging de Europese wijziging in die directe toewijzing verbiedt. De stap naar de rechter is de volgende in de zogeheten inbreukprocedure. Eerder moest Nederland de overeenkomst aanpassen om de bezwaren van de Commissie weg te nemen. Dat vindt de EC nu niet voldoende.
Reactie regionale vervoerders
Regionale spoorvervoerders hadden de Europese rechtszaak over de toewijzing van het spoor aan NS al verwacht. "Wij vinden deze stap van de Europese Commissie logisch en in het geheel niet onverwacht", reageert Arriva-directeur Anne Hettinga, tevens voorzitter van de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN).
Ook NS is "niet verrast", gezien alle ophef over de toewijzing. Een woordvoerder noemt de stap "wel teleurstellend", omdat NS de Nederlandse overheid "steunt in de opvatting dat alles volgens de regels is gegaan".