Parijs is één van de moeilijkste steden om naar toe te reizen. 'Hè?' hoor ik u denken. Het probleem met Parijs is dat ik elke keer weer die afweging moet maken: trein of vliegtuig? Met beide transportmiddelen duurt de reis namelijk even lang. Sowieso begint elke reis met een treinrit. In dat opzicht is er geen verschil. Maar de trein naar Parijs is rood en de trein naar Schiphol is geel.
Ga je vliegen, dan moet je op tijd op Schiphol zijn. 'Op tijd' is een relatief begrip. Net 'op tijd' is vroeg genoeg. Toch verlies je hiermee tijd ten opzichte van de trein. Maar, die trein kruipt in 2,5 uur naar Brussel en stopt in elk gehucht om 12 reizigers uit te laten stappen die niet naar Parijs willen en 12 anderen aan boord te laten die dat wel willen. Waarom niet van A naar B, zonder te stoppen? Wie van A naar C wil, neemt maar een andere trein.
Pas na Brussel gaat de trein hard, heel hard. Maar een vliegtuig gaat harder. Die heeft geen tussenliggende stations, geen seinen en geen wissels. Gewoon het gas erop en opstijgen. Tenzij je moet opstijgen vanaf de Polderbaan. Dan duurt het wat langer.
Maar hoe hard de trein na Brussel ook gaat, AMS-CDG is per vliegtuig in 50 minuten voorbij en daar kan geen trein tegenop. In die 50 minuten kan je eigenlijk niets doen, behalve een bak koffie drinken en een broodje eten. Ruimte om te werken is er niet. In de trein is er ruimte genoeg om 3,5 uur vergaderingen voor te bereiden, dit kan handig zijn. Ga je vliegen, dan moet je echt voor vertrek klaar zijn met het voorbereiden. En dat kan ook handig zijn.
Eigenlijk ligt het er aan waar je moet zijn in Parijs. Moet je in het centrum zijn, dan pakt de trein nog wat tijdswinst. Moet je ergens anders zijn, dan is die tijdswinst verwaarloosbaar. En meestal moet ik ergens anders zijn.
Conclusie: in de trein kan je werken. Ga je vliegen, dan ben je aan het reizen. Eigenlijk moet je naar Parijs de trein nemen. Maar ja: een trein is ook maar een trein. En een vliegtuig blijft toch een vliegtuig...
Michiel de Neef
Consultant/Veelvlieger