Het aantal internationale vluchten van en naar China ligt nog steeds ver onder het niveau van voor de coronacrisis. De Chinese luchtvaartautoriteit Civil Aviation Administration of China (CAAC) hoopt eind dit jaar op 6000 vluchten per week. Dat is 80 procent van het aantal van voor de pandemie.
Het huidige aantal internationale vluchten per week bedraagt ongeveer 4600, blijkt uit een rapport dat de CAAC donderdag publiceerde. Begin 2023 waren er wekelijks circa 500 internationale vluchten. De luchtvaartautoriteit hoopt dit jaar verder op een 'significante' toename van de directe vluchten tussen China en de Verenigde Staten. Nu wordt er gemiddeld slechts 63 keer per week tussen de twee landen gevlogen.
De CAAC verwacht dit jaar 690 miljoen luchtvaartpassagiers, zowel nationaal als internationaal, een stijging van 11 procent ten opzichte van vorig jaar. In 2023 werden 620 miljoen reizen gemaakt, aldus het rapport. Het herstel van de reizen van en naar China blijft onder meer achter omdat ticketprijzen duurder zijn geworden en het krijgen van een visum ingewikkelder werd.
Ook op Schiphol is te merken dat de hoeveelheid vluchten van en naar China nog niet volledig is hersteld. In heel vorig jaar waren dit er 3406. Dat is beduidend meer dan de 827 van een jaar eerder, maar veel minder dan het aantal uit het laatste jaar voor corona een wereldwijd probleem werd. In 2019 waren er nog 6354 vluchten tussen Schiphol en het Chinese vasteland.