Minister Madlener heeft via een versnelde wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit vastgelegd dat Schiphol vanaf komend winterseizoen nog maar 478.000 vluchten per jaar mag verwerken. Dat is onderdeel van het maatregelenpakket om het aantal ernstig gehinderden rond Schiphol eerst met 15 en uiteindelijk 20 procent te verminderen.

De luchtvaartsector spande daar eerder al een kort geding tegen aan, maar die zaak werd niet ontvankelijk verklaard: de rechter verwees de sector naar de Raad van State. Nu hebben de luchtvaartmaatschappijen dus besloten om inderdaad naar de hoogste bestuursrechter te stappen. Het is de laatste juridische optie om de krimp aan te vechten.

Omdat een uitspraak van de Raad van State pas in 2026 verwacht wordt - ruim na de start van het winterseizoen - hebben de luchtvaartmaatschappijen ook om een voorlopige voorziening gevraagd. Als de voorzieningenrechter daarmee akkoord gaat, dan wordt het krimpbesluit opgeschort tot de Raad van State uitspraak heeft gedaan.

Reactie BARIN
BARIN-voorzitter Marnix Fruitema: “Het is gerechtvaardigd dat de Raad van State alle belangen meeneemt. We voelen ons gesteund door de motie De Groot die dinsdag door de Tweede Kamer is aangenomen door een meerderheid. Hopelijk gaat er nu eindelijk rust en duidelijk komen in het Schiphol-dossier.”

De Tweede Kamer stemde dinsdag voor een motie waarin het kabinet wordt opgeroepen om - als uit de evaluatie blijkt dat het geluidsreductiedoel is behaald - "de exploitatiebeperking in wet- en regelgeving aan te passen en deze mogelijke aanpassingen nu mee te nemen, zodat groei van het aantal vluchten van Schiphol op termijn weer mogelijk wordt."

De luchtvaartsector wijst tevens op de recente brieven van de Europese Commissie aan minister Madlener, waarin tekortkomingen in de Nederlandse balanced approach-procedure zijn geconstateerd. Die bezwaren heeft het kabinet naast zich neergelegd. Brussel wacht nu eerst af hoe de Raad van State gaat oordelen.